Monumentwinnaar, 3x Tour de France etappewinnaar, kopman, tijdrijder, sprinter, top veldrijder, Belgisch kampioen, dat alles is Wout van Aert en meer. In alles is hij een renner. Dag in dag uit zit hij op de fiets, hij zou niet anders willen. Als iemand een verpersoonlijking is van het hoogste niveau van #everydayriding, dan is hij het wel. Daarom zochten we hem op in Alicante waar het team op trainingskamp was en vroegen hem wat #everydayriding voor hem betekent. Op zijn kenmerkende ingetogen manier vertelt hij ons over zijn jeugd, het profbestaan en nog veel meer, waarbij op gezette momenten de twinkeling in zijn ogen verraadt waar hij werkelijk enthousiast van wordt.

Bij Wout begon de liefde voor het fietsen al op jonge leeftijd. “Ik kan me nog goed herinneren dat ik als klein ventje, toen was ik zes jaar denk ik, voor de eerste communie een mountainbike had gekregen. Mijn gevoel is dat ik daarmee de hele dag aan het crossen was in onze eigen tuin. Dat vond mijn vader niet zo leuk, maar…hij zag dat ik er plezier in had. Dus mocht ik toch doorgaan met de tuin te verpesten. Ik was acht toen ik mijn eerste crossje reed en werd toen gelijk tweede. Ik kan me eigenlijk perfect herinneren hoe dat allemaal ging. Ik heb wel mooie herinneringen aan mijn kindertijd.” 

Tegenwoordig is het zijn beroep. “Ik sta ermee op en ga ermee naar bed. Het houdt niet op voor of na de training. Het houdt me de hele dag bezig en ik doe niets liever dan me bezighouden met de koers.”

Na zijn valpartij in de Tour de France in 2019 kon Wout langere tijd niet fietsen. Het verlangen om elke dag te fietsen werd daardoor nog sterker. “Vroeger kon ik nog wel eens genieten van een dag niet fietsen, maar dat is steeds minder geworden. Als het maar even kan stap ik op de fiets. Als ik ’s ochtends naar het weer kijk, dan gebeurt het wel eens dat er lichte tegenzin ontstaat, maar een training overslaan zal ik nooit doen. Dat is voor mij moeilijker dan door weer en wind toch op de fiets te gaan.” 

“Om te trainen is een lekker zonnetje met niet te veel wind, natuurlijk het mooiste wat je kunt hebben. Maar om in te koersen vind ik heel nat en winderig en stormachtig weer het mooiste. Dan wordt het echt een strijd tegen de elementen. Dat ligt me ook wel, dat doe ik heel graag.” 

Kleding is van groot belang om optimaal te kunnen presteren, alhoewel zijn kledinggewoontes wel veranderd zijn door de jaren heen. “Als veldrijder, zeker in het begin, droeg ik altijd zo weinig mogelijk. Toen deed ik echt niet graag twee vesten over elkaar aan, of een mutsje onder mijn helm, dat voelde aan als irritant. Ik had het eigenlijk liever te koud, dan dat ik te veel kleren aan deed.” 
 
“Maar toen ik op de weg langere tochten moest maken, ben ik me wel beter gaan aankleden en vind het nu ook belangrijk dat alles goed zit. Dat het er mooi uitziet. Los daarvan vind ik het ook belangrijk om veel opties te hebben. Het is wel heel aangenaam om heel specifiek voor elke weersomstandigheid te kunnen kiezen tussen verschillende producten.” 

Buiten het profwielrennen om heeft Wout nog genoeg dat hij wil ontdekken: “Ik zou ook graag nog eens een bikepacking trip doen met de fiets. Dat was misschien eigenlijk iets geweest om tijdens de Coronacrisis te doen. Dat is er toch niet van gekomen, maar dat wil ik zeker nog eens een keer doen. En het liefst op een plek waar ik nog niet geweest ben. Ik wil ook graag, misschien op het laatst van mijn carrière of na mijn carrière een winter gaan crossen in Amerika. Dat lijkt me heel mooi. En in combinatie daarmee misschien gravelwedstrijden daar doen. Daar is het allemaal veel grootser dan hier in Europa. Dat zijn wel dingen die in mijn hoofd spelen maar, eerst nog in de World Tour koersen winnen natuurlijk.”   

Dat Wout een groot liefhebber is van elke dag fietsen is wel duidelijk, en het positieve effect op de gezondheid ook. Maar de invloed en de rol van de fiets gaat nog verder: “De fiets is het beste vervoermiddel voor het milieu, iets dat steeds belangrijker wordt en waarvoor gelukkig steeds meer aandacht is. Als beroepswielrenner hoop ik ook mensen te inspireren om de fiets te nemen en vaker de auto thuis te laten staan. Ik kan het alleen maar aanraden, het is het mooiste wat er is.”

Buiten het profwielrennen om heeft Wout nog genoeg dat hij wil ontdekken: “Ik zou ook graag nog eens een bikepacking trip doen met de fiets. Dat was misschien eigenlijk iets geweest om tijdens de Coronacrisis te doen. Dat is er toch niet van gekomen, maar dat wil ik zeker nog eens een keer doen. En het liefst op een plek waar ik nog niet geweest ben. Ik wil ook graag, misschien op het laatst van mijn carrière of na mijn carrière een winter gaan crossen in Amerika. Dat lijkt me heel mooi. En in combinatie daarmee misschien gravelwedstrijden daar doen. Daar is het allemaal veel grootser dan hier in Europa. Dat zijn wel dingen die in mijn hoofd spelen maar, eerst nog in de World Tour koersen winnen natuurlijk.”